De geschiedenis van de Dorpskerk Heerjansdam
kopergravure uit 1793
doorgang destijds naar doopkapel
predikantenbord
het ‘nieuwe’ gedeelte
preekstoel
het orgel
de voormalige galerij
het kerkelijk bureau
de oorkonde
de kleine klok
De oudste kerkvermelding
In een brief uit 1101 van Burchard, een bisschop van Utrecht, wordt Heerjansdam Thiedradeskercke bij de Dubble genoemd. In deze brief wordt ook gesproken over de Ecclesiam Thiedradeskercke. Het gaat over de kapel die in de 20ste eeuw bij streekarcheologisch onderzoek teruggevonden is op het terrein van de huidige molen Landzicht aan de Molenweg.
Deze kapel wordt omstreeks 1288 door een watervloed verzwolgen. Ondanks de vele overstromingen in het verleden begint men in 1340 aan de bouw van een nieuwe kapel op het hoger gelegen gebied van de binnenrivier de Waal. Deze kapel wordt uiteindelijk de tegenwoordige Dorpskerk aan de Molenweg. Maar voordat de Dorpskerk de huidige omvang krijgt, stroomt er nog heel wat water door de Oude Maas.
Heerjansdam en de Johannes de Doperkerk
In 1405 wijdt de Bisschop van Utrecht als de eerste pastoor Theodrci van den Hove, met de toevoeging van pastoor van de kapel van Johannes de Doper in Rosendael. Deze inwijding is in het oudste gedeelte van het huidige kerkgebouw, het achterste deel van de kerk dat aan de Kromme Nering grenst. Uit het voorgaande kan geconcludeerd worden dat de huidige Dorpskerk de oorspronkelijke Roomskatholieke Johannes de Doperkerk van Heerjansdam is.
De Reformatie
In het Heilige Roomse Rijk in Europa wordt de houdbaarheidsdatum van de Roomse leer steeds meer zichtbaar. Het Protestantisme onder aanvoering van een aantal (rooms-katholieke) jonge mannen krijgt halverwege de 16de eeuw steeds meer grip in de omliggende Europese landen. Aanleiding hiertoe is onder meer een ander denkbeeld van religie van reformator Maarten Luther die in 1517 zijn 95 stellingen op de deur van de Slotkapel van Wittenberg zou hebben gespijkerd.
Halverwege de 16de eeuw krijgt het Protestantisme in Europa steeds meer voet aan de grond. In juni 1574 wordt in Dordrecht de eerste Protestantse Nederlandse Synode gehouden. De Staat confisqueert veel voormalige kerken van de Roomse religie. In die tijd zijn er niet veel Protestantse predikanten. Wel veel pastoors die van de ene op de andere dag geen werk meer hebben, en daarom kiezen veel pastoors eieren voor hun geld en solliciteren naar het ambt van predikant. Binnen de toenmalige organisatie komen deze ex-pastoors op de loonlijst van de Nederlandse Staat als predikant van de Nederlandse Hervormde (Staats)kerk.
Een pastoor wordt predikant.
De voormalige pastoor uit Barendrecht, Michiel Egidii wordt als eerste genoemd op het predikantenbord in de consistorie. Deze voormalige pastoor is predikant in Barendrecht, maar de schout (de burgemeester) zet hem snel uit Barendrecht, want in de praktijk is hij niet genoeg Protestants. Vervolgens gaat hij naar Heerjansdam waar hij de eerste, maar onwettige, voorganger is. Ook hier wordt hij te Rooms gevonden. De Hervormde Classis in Dordrecht heeft hem uiteindelijk verplaatst naar Mijnsheerenland.
Uitbreiding van de kerk
Het achterste gedeelte van de huidige kerk, grenzend aan de Kromme Nering, is gebouwd als kapel. Rond 1470 – ’80 wordt aan deze kapel het ‘schip’ van de kerk gebouwd en de toren. Op een bekende kopergravure uit 1793 is aan de zuidwestkant van het kerkgebouw duidelijk een aangebouwde doopkapel te zien. Tijdens opgravingen in 1991 vindt men dan ook de bewijzen dat er ooit een doopkapel heeft gestaan.
Als de kerk na de Reformatie in Protestantse handen komt, maakt de roomse ambachtsheer bezwaar. Hij is eigenaar van het dorp, dus ook van de kerk. Zijn deel van de kerk, de oude kapel in het achterste gedeelte, waar de familiegrafkelder is gebouwd, staat hij niet af. Daarin rusten immers zijn voorgangers. Later is de oude kapel verbouwd tot de consistorie, de vergaderruimte voor de kerkenraad.
In 1667 raakt de bliksem de kerk, een grote brand tot gevolg. Dit noodweer brengt veel schade, er moet veel hersteld worden aan de kerk. Twee eeuwen later omstreeks 1864 wordt de kerk uitgebreid met een aanbouw aan de noordzijde. Dit heet nog steeds ‘het nieuwe stuk’. Ook wordt in die tijd de galerij gebouwd.
In 1906 constateert men een verzakking van de vloer in de consistoriekamer. Hierdoor herontdekt men de grafkelder. Volgens een verhaal zijn hierin de stoffelijke resten gevonden van Adolf Hendrik Ripperda, een lid van de Staten-Generaal. In deze Johannes de Doperkerk is hij getrouwd op 13 november 1663 met de Ambachtsvrouwe van Heerjansdam, Wilhelmina van Tuyl van Serooskerke.
Het interieur van de kerk
Ook Heerjansdam heeft wat meegekregen van de toenemende rijkdom in de 16de en 17de eeuw. Dat blijkt uit de kostbare aanwezige grafzerken in de kerk uit die tijd. In die tijd zijn begrafenissen ook een belangrijke bron van inkomsten voor de kerk. Het is gebruikelijk dat er tijdens een begrafenis met een collectezak wordt rond gegaan. Op de oudst bekendste grafzerk in de kerk is te lezen: ‘Hier leyt begraven Aereantien Dammisse, de huisvrouw van Jan Willemsen, metselaar. Is gestorven den 16 September Anno 1651’.
Vanaf omstreeks 1820 is het verboden om in de kerk te begraven. Rondom de kerk is een gracht / sloot . Tussen 1820 en 1874 wordt er rondom de kerk begraven, het echte kerkhof. Sinds 1874 is de Algemene Begraafplaats aan de Molenweg in gebruik.
In de kerk staan drie herenbanken. Vanaf de kansel links gezien is het de Ambachtsheerbank met het fraaie wapenschild van de toenmalige ambachtsheer Steengracht van Duivenvoorde. Dit schild wordt in 1848 aangebracht. Op deze bank zit op zondag de Ambachtsheer met zijn familie. De zitbank is hoger dan de zitplaatsen van de overige kerkgangers. In het aangebouwde ‘nieuwe stuk’ staat de Schepenbank, die is voor de gemeenteraadsleden. Later is er het wapenschild van de burgerlijke gemeente Heerjansdam op aangebracht. De herenbank rechts van de kansel wordt geplaatst om wat eenheid en evenwicht in het interieur aan te brengen. Om de kerkelijke verbondenheid met de (voormalige) zelfstandige dorpen Kleine Lindt en Kijfhoek aan te geven, worden in de jaren zeventig van de 20ste eeuw de twee gemeentewapens aangebracht.
De kansel dateert uit het einde van de 17de eeuw. Fraai daarop is de koperen, ongedateerde lessenaar. Op de poot van de kansel is in eikenhout de drie ruiten van het gemeentewapen van Heerjansdam uitgesneden. Ook op de zilveren Avondmaalsbekers uit 1695 staan drie ruiten.
Twee Heerjansdamse schilders, Jan van Essen en Eliza Mast schilderen in 1906 en 1907 de twee houten borden, links en rechts van de galerij. Hierop staan de Wet des Heeren en de Artikelen des Geloofs.
In vroegere tijden heeft het kerkinterieur mannenbanken en vrouwenbanken. Als echtpaar zit men tijdens de kerkdienst gescheiden van elkaar. Nog vroeger in de tijd gaan mannen en vrouwen door een afzonderlijke deur de kerk binnen. Stoelen zijn er toen nog niet.
Het voormalig mechanische orgel wordt in 1869 geplaatst en is gebouwd door de Amsterdamse orgelbouwer Flaes. Vóór deze tijd is er geen begeleiding en is er een gemeentelid, die tegelijk voorlezer en voorzanger is en daarvoor een jaarlijkse vergoeding krijgt.
De predikantenborden. In de consistoriekamer hangen twee grote borden waarop de predikanten die deze kerk hebben gediend, staan vermeld.
In 1995 worden er twee geschonken, fraaie gebrandschilderde ramen geplaatst, links en rechts van de preekstoel. Op de ramen staan enkele diepte en hoogtepunten uit het leven van de Bijbelse profeten Mozes en Elia.
Eind 20ste eeuw zijn er kleine veranderingen aan het kerkinterieur aangebracht en is er onderhoud gepleegd.
In 2023 is van de galerij het kerkelijk bureau gemaakt.
De kerktoren
De bouwperiode van de toren ligt rond de tweede helft van de 15de eeuw. Op de zogeheten ‘trans’, het niveau waar de vierkante toren eindigt, op zo’n dertig meter hoogte, begint de spits van de toren. In oorlogstijd wordt deze ‘omloop’ ingericht als militaire uitkijkpost.
Op 1 december 1970 is de toren voor het symbolische bedrag van één gulden verkocht aan de burgerlijke gemeente, nadat het niet haalbaar blijkt voor de kerkelijke gemeente om de noodzakelijke restauratie aan de toren te bekostigen.
In 1992 is de deze restauratie voltooid. Een gevelsteen met het opschrift Restauratie 1992 in de westelijke muur van de toren herinnert hier aan.
Op de spits van de toren staat een koperen haan, als zinnebeeld van moed, trouw en waakzaamheid.
De kerkklokken
De toren is voorzien van galmgaten waarin de klokken hangen. De klokken nodigen de Heerjansdammers uit naar de kerk te komen, maar waarschuwen ook bij naderend onheil. Het laatst is dit in de nacht tijdens de grote Watersnoodramp in februari 1953. De koster kwijt zich zo bijzonder van zijn taak, dat één klok
scheurt.
Op de klokkenzolder, voor de galmgaten, hangen twee klokken, een grote, ook wel de zware klok genoemd, en daarnaast een kleinere klok, de lichte klok. De klokkengieter Johannes Specht in Rotterdam giet in 1776 de grote klok. De kleine klok wordt in 1772 gegoten door Petit en Fritzen in Aarle-Rixtel.
Duitsers roven in 1943 de beide klokken om deze om te smelten voor de oorlogsindustrie. De grote (zware) klok wordt nooit teruggevonden. In 1949 wordt besloten een nieuwe klok te laten gieten. Op de klok wordt de volgende tekst als randschrift aangebracht:
De vijand is gekomen en heeft de oude klok genomen. Dat ik mag luiden als weleer, de mens tot heil, God tot eer.
De kleine klok wordt na de oorlog teruggevonden in Lexmond en weer teruggebracht naar Heerjansdam en direct weer opgehangen in de toren.
Met de jarenlange opbrengst van het Verjaardagfonds wordt deze in 1963 vervangen door de nieuwe klok. In het randschrift op de klok wordt de dank vertolkt met de tekst:
Met mijn jubelende klanken, wil ik alle jarigen danken.
Zoals hierboven al is beschreven, de kerk van Heerjansdam behoort tot ver in de 16de eeuw tot de Rooms-Katholieke Kerk. Vanaf de latere Reformatieperiode is deze Dorpskerk Protestants geworden en is de Nederlands Hervormde Gemeente Heerjansdam ontstaan. De diverse kerkscheuringen spelen ook een rol in Heerjansdam, verschillende gemeenteleden vinden hun heil elders. Lange tijd zijn er twee kerken in het dorp Heerjansdam, t.w. de Gereformeerde en de Hervormde kerk. In 2008 worden deze samengevoegd tot de Protestantse Gemeente Heerjansdam-Kijfhoek.
Iedere zondag is er in Dorpskerk een kerkdienst om 9.30 uur. U/jij bent van harte welkom om deze dienst bij te wonen!